Meteen als ik de klas binnenkom vraagt Claudius:‘Juf, weet u hoe De Kraker een mens in 1 hap kapot kan bijten?’ ‘Mag ik even mijn tas wegzetten, dan kom ik zo bij je.’ Pas als we buiten zijn heb ik tijd voor zijn verhaal. Ik loop naar hem toe in de zandbak: ‘Hoe zat dat nou met die Kraker?’ vraag ik.
Hij steekt meteen van wal: ‘De Kraker kan iedereen kapotbijten omdat hij overal tanden heeft. ’Claudius wijst allerlei plekken aan van zijn hals tot aan zijn voorhoofd ‘Brrr…, wat eng.’ ‘Ja, heel eng’, glundert hij. ‘Maar Jack Sparrow van The Caribbean Pirates heeft hem doormidden gehakt met zijn zwaard en toen was hij dood.’ ‘Goh, maar dat scheelt zeg.’
‘Weet u, ik heb thuis een boek, en daar is er maar 1 van in de hele wereld, in dat boek staat hoe je ‘striptekenaar’ kunt worden.’ ‘Dat is echt wat voor jou, want jij kunt heel goed verhalen vertellen.’ ‘Hoe weet u dat?’ ‘Nou omdat je aan mij ook al een paar verhalen verteld hebt.’ ‘Wanneer dan?’ Hij kijkt mij met ogen vol ongeloof aan. ‘Laatst toch, over The Mothman en die heks?’ ‘Oh, ja die,’ zegt hij meer om mij gerust te stellen dan dat hij het zich zelf ook herinnert.
‘Kun jij toevallig ook goed tekenen, Claudius?’ Hij knikt zelfverzekerd en vraagt:’Hoezo?’ ‘Omdat ik een blog schrijf over gesprekken met kinderen, jouw verhalen staan er ook op. Zou jij daar misschien zelf tekeningen bij willen maken?’ Hij graaft stevig door in het zand tot waar hij niet verder kan en lijkt niet erg onder de indruk van mijn voorstel. ‘Mijn tekeningen zijn niet zo goed, misschien kun jij het beter?’ probeer ik het nog een keer, maar Claudius is te verdiept in het graven van zijn oorlogsbunker om mij nog te horen.
Straks breekt de oorlog uit met groep 6 en dan moet hij klaar zijn voor de strijd.